2

Lux ziet de laatste mensen uit de galerie vertrekken. Ze geeft ze nog een vriendelijke glimlach (waarvan ze hoopt dat die niet te nep oogt, ze hadden namelijk wel een schilderij van haar gekocht waar ze hen enorm dankbaar voor is), voordat ze zelf ook aan de slag kan om af te sluiten.

Niet dat ze daar ooit klaar voor kan zijn, nu dat ze Nolan weer heeft gezien voor het eerst in vijf jaar. Nou ja, vijf jaar, drie maanden en een week of 2.

Niet dat iemand dat ook maar bijhoudt. Lux zelf zeker niet.

Gezien de snelheid waarmee Nolan verdween, is Lux er half van overtuigd dat ze het hele gebeuren heeft gedroomd. Dat alle schilderijen van Nolan ervoor zorgden dat ze hem in het publiek zag, of zoiets. Haar brein kan het gewoon niet aan dat Nolan én terug is in Amsterdam én zijn vrijdagavond wil spenderen in een galerie. Dat moet ze haast wel dromen.

Maar dan kijkt ze naar haar vieze broekspijpen, de donkerrode spetters die fel afsteken tegen het maagdelijk wit van haar jumpsuit. Het enige tastbare bewijs waaruit blijkt dat Nolan niet alleen in een droom voorbij kwam, maar dat hij er echt was. Dat Nolan haar schilderijen heeft gezien én daarna op de vlucht sloeg.

Niet ongebruikelijk.

De deur van de uitgang klapt dicht en Lux slaat een zucht van opluchting. Hopelijk zijn alleen zij, Elias en de bedienden nog aanwezig.

Eindelijk.

Ze haalt haar hand door haar haar, klaar om de avond af te sluiten samen met Elias en een goed glas wijn. Ze ziet echter dat haar agent diep in gesprek zit met een van de eigenaren van de galerie. Ze vindt oogcontact met Elias over de schouder van de eigenaar en Elias knikt subtiel naar de bar. De barman is bezig de laatste dingen op te ruimen, die staat duidelijk te popelen om daar weg te gaan en verder te gaan met zijn avond. Lux loopt naar de bar terwijl ze haar portemonnee pakt.

“Heb je nog wat rood over?” vraagt Lux met een oogverblindende glimlach. “Iets wat al open is, ik ben niet kieskeurig.”

De barman pakt een fles pinot noir uit een kast achter hem en draait hem open. “Deze had ik toevallig nog staan,” zegt hij met een knipoog. “Heb je glazen nodig?”

“Heb je plastic glazen?” vraagt Lux, terugdenkend aan het ongelukje eerder deze avond. “Twee?”

De barman geeft haar twee plastic bekers aan. “Alsjeblieft,” zegt hij.

“Bedankt,” zegt Lux, terwijl ze wat geld in de fooienpot stopt. “Fijne avond nog,” zegt ze voor ze wegloopt.

Lux vangt Elias’ blik, houdt de fles wijn omhoog en gebaart naar waar ze vandaan kwam. Elias knikt en steekt zijn duim op voor hij zich weer op het gesprek probeert te concentreren.

Wanneer Lux weer terug is bij haar schilderijen, voelt ze dezelfde somberheid als eerder op de avond weer omhoog komen. Ze huivert. De schilderijen maken haar zenuwachtig en brengen allerlei emoties en herinneringen naar boven. De portretten kruipen nog steeds onder haar huid; ze kan zich niet eens voorstellen wat voor schok het voor Nolan moet zijn geweest om ze te zien.

Lux sjokt door de galerij, draait zich om en staart naar de portretten terwijl ze zich langzaam op de grond laat zakken. Het maakt haar niet veel uit dat de grond waarschijnlijk enorm vies is: ze heeft een lange dag gehad en haar broek is toch al verpest. De helderblauwe ogen van Nolan op het schilderij tegenover haar staren haar aan, zijn blik intens en doordringend, zelfs al zijn ze vastgelegd in olieverf. Er loopt een rilling over Lux haar rug.

Ze draait de dop van de fles los en even overweegt ze om gewoon uit de fles te drinken. Maar op dát punt is ze nog niet. Ze schenkt voor zichzelf en Elias een gul glas in waarna ze de fles naast zich neer zet. Ze heft haar glas en proost op de vijf verschillende schilderijen van Nolan, háár Nolan, voor ze een lange, grote slok wijn neemt. Ze zucht en laat zichzelf verder wegzakken tegen de muur.

Het is niet alsof Lux nog nooit heeft gedacht aan verschillende scenario’s waarop ze Nolan weer zou zien na de breuk. Natuurlijk heeft ze daarover gefantaseerd. Ze heeft de afgelopen vijf jaar genoeg tijd gehad om daarover na te denken. Ze stelde zich voor dat ze hem op een feestje zou zien, met een knap, jong meisje aan zijn arm. Waarmee hij heel hard kan lachen en er samen enorm goed uitzien. Ze stelt zich voor dat ze op haar knieën valt en Nolan smeekt om haar terug te nemen, met de belofte dat ze deze keer alles goed zal doen. Dat ze hun liefde niet meer door haar vingers zal laten glippen. Verdomme, ze heeft zelfs gefantaseerd over een groots Hollywood-einde, waar ze elkaar treffen onder de Eiffeltoren en besluiten dat ze samen beter af zijn dan alleen, waarna ze elkaar in de armen vliegen en elkaar hartstochtelijk kussen.

Maar in alle scenario’s die ze zich had voorgesteld, had Lux nooit kunnen dromen van dít fiasco. Hoe hun ogen elkaar ontmoeten in de menigte, hoe ze verlamd was van de schrik en hoe haar glas wijn door haar vingers zou glippen, griezelig gelijk aan de nacht waarop ze elkaar ontmoetten, 8 jaar geleden. Alleen was Nolan nu weggerend.

Het zou haast romantisch zijn als het niet haar grootste nachtmerrie was.

Lux sluit haar ogen en neemt nog een slok wijn. Ze zou gewoon heel erg dronken moeten worden. Dat is het beste idee.

“De vloer, Lux? Echt waar?” Elias’ voetstappen klinken luid op de glanzende vloer van de galerij terwijl hij de kamer binnenkomt. “Smerig.”

Lux voelt de aanwezigheid van haar vriend boven zich opdoemen en knippert langzaam haar ogen open. Ze tuurt naar Elias, die naar haar terugkijkt.

“Mijn broek is toch al verpest,” Lux haalt haar schouders op, nippend aan haar wijntje. “Wat is een vlek meer of minder?” Ze klopt op de grond naast zich. “Kom bij me zitten.”

“Weet je hoeveel dit pak kost? En hoeveel mensen er hier hebben gelopen vanavond?”

“Ik heb je al een glas wijn ingeschonken,” zegt Lux.

Elias aarzelt en strijkt met zijn handpalm over zijn jasje. Zijn grijze pak is netjes, geen vuiltje te bekennen. Lux kan wel begrijpen waarom Elias het niet vies zou willen maken. Maar nog steeds. Ze heeft een slechte nacht gehad, ze is verdrietig en ook een beetje boos en ze wil gewoon wijn op de grond drinken met haar beste vriend. Is dat te veel gevraagd?

“Eli,” zegt ze liefelijk, terwijl ze met haar wimpers knippert. “Kom op, leef een beetje.”

“Lux,” jammert Elias, terwijl zijn vastberadenheid duidelijk afzwakt.

“Ik betaal de stomerij,” stelt Lux hem gerust. “Beloofd.”

Elias grinnikt en schudt zijn hoofd. Hij gaat naast haar op de grond zitten, met zijn rug tegen de muur geleund. “Waar is mijn wijn?” vraagt hij terwijl hij zijn stropdas losmaakt.

“Oké, wijn,” knikt Lux en ze geeft Elias zijn plastic glas aan.

Ze vult haar eigen glas helemaal tot aan de rand, terwijl ze Elias’ opgetrokken wenkbrauwen negeert. Ze tikt met haar glas tegen dat van Elias en neemt een slok.

“Ben je oké, Lux?” vraagt Elias. “Je leek een beetje afwezig vanavond.”

“Vraag je dat als mijn beste vriend of als mijn agent?”

“Doe dat niet,” zegt Elias. “Je weet dat ik het vraag als je vriend.”

“Ik bedoel, ik zou het je niet kwalijk nemen als je het zou vragen als mijn agent,” geeft Lux toe, starend naar de portretten van Nolan.

“Lux,” begint Elias.

“Nee, echt waar,” vervolgt Lux. “Je hebt meer dan je best gedaan voor deze showruimte. Het was een grootse opening en ik was er niet bij met mijn hoofd. Ik heb het verknald, niet waar?”

“Doe niet zo belachelijk,” zegt Elias. “Kijk me aan,”

Lux kijkt hem met waterige ogen aan.

“Je hebt het geweldig gedaan,” stelt Elias haar gerust terwijl hij zijn hand op haar schouder legt. “Naar mijn mening heb je het het beste gedaan van iedereen. Je hebt meer schilderijen verkocht dan ooit tevoren.”

“Daar heb je gelijk in,” onderbreekt Lux hem.

“En ik heb meerdere aanvragen gehad over portretopdrachten,” vervolgt Elias. “Die vijf portretten hier tegenover deden precies wat ik dacht dat ze zouden doen, Lux.”

Lux kan de bittere lach die over haar lippen rolt niet onderdrukken. “Ja, dat deden ze zeker,” beaamt ze somber. Ze neemt nog een slok wijn.

“Oké, serieus, wat is er met jou aan de hand?” vraagt Elias. “Ik zei net dat het zo’n goede avond was. Waarom zit je nog steeds te mokken?”

“Sorry,” zegt Lux. “Het ligt niet aan jou, dat beloof ik.”

“Dus wat is er dan?”

De deur van de uitgang klinkt luid; Lux gaat ervan uit dat het de barman is die klaar is met opruimen en gaat genieten van de rest van de nacht. Ze zijn eindelijk alleen in de galerij. Ze zucht en laat haar ogen dichtvallen. Het is niet zo dat Elias niks van Nolan weet, dat doet hij namelijk wél, alleen niet alle nare details. Ze weet alleen niet hoe ze aan Elias moet vertellen dat Nolan er die avond was geweest, zomaar ineens vanuit het niets, wie weet waar vandaan. Ze kon het zelf nog amper geloven.

“Ik weet het niet,” begint Lux.

“Hallo?”

Lux verstijft door de stem die ze vanaf de uitgang hoort. Voetstappen echoën in de lege galerij en ze knijpt haar ogen dicht.

Ze zou die stem overal kennen.

Geplaatst op